Thema’s > Bevolking Frankrijk
Fransen hebben een sterk ontwikkeld nationaliteitsgevoel. Maar in feite stammen ze af van verschillende migrantenvolkeren uit het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Centraal-Azië en de Scandinavische landen.
Het duidelijkst is dat te zien aan de Basken, een volk in Zuidwest-Frankrijk en Noord-Spanje, waarvan de oorsprong onbekend is. De Basken worden niet gerekend worden tot de bekende Europese volkeren, zoals de Kelten of Germanen. Een theorie luidt dat de Basken de oorspronkelijke bewoners van zuidwest Europa waren. De Basken zijn nog altijd een herkenbaar volk, ze hebben zich niet vermengd met de Fransen.
Een ander volk dat is opgegegaan in het volk dat wij tegenwoordig “de Fransen” noemen zijn de Galliërs, die tussen 500 voor Christus en 500 n. Chr. vanuit Centraal-Europa het gebied dat we vandaag de dag aanduiden als Frankrijk binnentrokken. Ook de Germanen en de Kelten evenals de Noormannen hebben hun steentje bijgedragen, net als meer recentelijk de immigranten uit voormalige Franse koloniën.
De Fransen zijn meer godsdienstig ingesteld dan in Nederland. Driekwart van de Franse bevolking is officieel rooms-katholiek, maar net als in veel andere westerse landen gaan er nog maar weinig mensen wekelijks naar de kerk.
Bevolkinsaanwas
Aan het begin van de 19de eeuw was Frankrijk het dichtstbevolkte land in Europa. Maar daarna was de bevolkingsgroei bijzonder laag: tot de Tweede Wereldoorlog zelfs de laagste van Europa. Daar kwam verandering in toen de overheid maatregelen nam om het aantal geboorten te stimuleren (o.m. de invoering van kinderbijslag).
Maar ook de vooruitgang in de gezondheidszorg en de uitbreiding van de sociale voorzieningen leidde tot een toename van het aantal inwoners van Frankrijk. Tot begin 20e eeuw was de bevolkingsaanwas maar gering en tussen de twee wereldoorlogen nam het inwoneraantal zelfs af.
De bevolkingsgroei na de Tweede Wereldoorlog is voor een deel te verklaren door immigratie uit de ex-koloniën (m.n. Algerijnen, Portugezen, Italianen, Spanjaarden, vluchtelingen uit Frans-Afrika en Marokkanen). Hun aantal maakte in 1990 6,3% van de totale bevolking uit; de meeste allochtonen (85%) wonen in Parijs en omstreken, in de regio Rhône-Alpes en op Corsica. Die immigratiegolf stelt Frankrijk voor problemen: veel allochtonen wonen onder vaak slechte omstandigheden in troosteloze voorsteden (banlieus) en zijn slecht geïntegreerd in de Franse samenleving.
Vanaf het midden van de jaren zestig nam de bevolkingsgroei sterk af maar sinds 1977 is er sprake van een lichte toename. In 1992 was het geboortecijfer 13 en het sterftecijfer 9. De levensverwachting bij geboorte was in 2000 voor vrouwen 81 jaar en voor mannen ruim 73 jaar.
De groei van de bevolking bedroeg in 2001 meer dan 300.000 personen; het migratiesaldo droeg daaraan bij met 60.000 personen. Het migratiesaldo van Frankrijk is over het algemeen het laagste van de Europese Unie. Waar voor de gehele Europese Unie de totale bevolkingsgroei voor tweederde wordt bepaald door het migratiesaldo, is dat in Frankrijk maar voor 20%. Zowel in 2000 als in 2001 werden ongeveer 775.000 baby’s geboren, waardoor men in Frankrijk sprak van een “mini-babyboom”. De groei van de bevolking verschilt sterk per regio. Zo groeit de bevolking in Noord-Frankrijk traditioneel veel sterker dan in Zuid-Frankrijk.
In 2010 had Frankrijk 63,2 miljoen inwoners (Voorlopig cijfer 1 januari 2010, zonder overzeese gebieden). De Grootste 3 steden: Parijs, Lyon en Marseille.
(Bron: INSEE, 2010)
Leeftijd
De bevolkingsopbouw per 2002 in procenten is als volgt:
0-19 jaar 25,3%
20-64 jaar 58,5%
65+ 16,2%
Net als in Nederland vergrijst ook de Franse bevolking. Sinds 1950 is de gemiddelde leeftijd met 4,6 jaar omhoog gegaan naar 39,9 jaar in 2009. In 2025 zal bijna 30% van de Franse bevolking 60+ zijn. Alleen de regio rondom Parijs zal niet met de vergrijzing te maken krijgen. (Bron: INSEE, 2006)
Gezinssamenstelling
Bijna eenderde van de franse bevolking is een stel zonder kinderen. De samenstelling van Franse huishoudens is als volgt:
Alleenstaanden: 31%
Paren met kind(eren): 31%
Eenoudergezinnen: 7%
Paren zonder kind: 29%
anders: 2% (Bron: INSEE, 2003)
Bevolkingsspreiding
De bevolking is ongelijk verdeeld over het land. Ruim driekwart van de Fransen woont in stedelijk gebied; een op de vijf woont in de agglomeratie Parijs. De volgende tabel geeft een overzicht van de Franse steden met meer dan 100.000 inwoners (schattingen 2002)
Kijkt men niet slechts naar het aantal inwoners in de stad zelf, maar naar het gehele stedelijke gebied, dan scoort met name Lille een stuk hoger: de stad komt dan met 1.727.500 inwoners op de tweede plaats, nog voor Marseille (1.532.400) en Lyon (1.665.700).
Inwoners
Paris
2.113.000
815.100
444.100
406.200
334.100
278.800
270.500
229.400
216.600
211.000
Le Havre
189.700
Reims
185.300
181.000
Saint-Etienne
173.000
Toulon
160.700
Grenoble
155.100
152.800
151.100
148.000
147.900
137.300
137.100
135.700
Nimes
135.700
Tours
133.400
132.700
124.700
Besancon
118.000
115.700
112.500
Mulhouse
111.100
Perpignan
108.900
Boulogne-Billancourt
107.600
105.500
103.300