Plaatsen > Ile d’Oléron
Ile d’Oléron is na Corsica het grootste Franse eiland. Het eiland heeft een oppervlakte van 175 km2.
Vanwege de ligging van Ile d’Oléron was het eiland ten tijde van de Tweede Wereld Oorlog een strategische plek. Dit kunt u nog altijd zien aan de fortificaties op het eiland die deel uitmaakten van de verdedigingslinie langs de Atlantische kust, de Atlantik Wall. Ile D’Oléron kreeg de opdracht om samen met Ile de Ré de toegang tot de havens van La Rochelle en Rochefort te blokkeren.
De voornaamste inkomstenbron op het eiland zijn toerisme, landbouw en oesterteelt. Het zachte klimaat van het eiland is ideaal voor de oestercultuur.
Sinds 1966 is het eiland met het vaste land verbonden via een 3027 meter lange brug op vijfenveertig pilaren. Deze langste brug van Europa is, na tien maanden bouwen, geopend op 19 Maart 1966.
In de afwisselende landschappen, tussen de vele stranden van fijn zand en rondom de lieflijke havens liggen schilderachtige dorpjes. Le Chateau en Saint Pierre streden samen om de titel hoofdstad van Ile D’Oléron. Saint Pierre is nu de hoofdstad van Ile D’Oléron. Le Chateau is het dus niet geworden, maar het is nog altijd één van de belangrijkste Plaatsen van Ile d’Oléron. De oude vestingstad dankt zijn naam aan de fortificaties die er in de 11e eeuw gebouwd zijn om Brouage en Rochefort te beschermen. Een positie die het in de 20e eeuw tijdens de tweede wereldoorlog opnieuw zou innemen.
De haven van Le Chateau wordt vandaag de dag nog steeds intensief gebruikt door oestervissers. De haven ligt aan de Estran. De Estran is het zeegebied tussen Bourcefranc en de punt van het eiland. Dit deel herbergt de voornaamste oesterbedden. De kweek van Oesters op Oléron kent een lange traditie. In de geschiedenis zijn er drie oestersoorten gekweekt. Oorspronkelijk groeide er de platte oester (ostrea edulis). Deze oester was om haar smaak al geroemd ten tijde van de Romeinen. In 1821 heeft een virus de oesterbedden besmet en uitgeroeid. In 1868 heeft een schip genaamd “Morlaisien” dat vanwege een storm haar lading oesters in zee gooide de Portugese oester (gryphea angulata) geïntroduceerd. De oesters wenden snel aan de nieuwe grond en namen in korte tijd bezit van de Estran. Honderd jaar later werden de oesterbedden echter weer getroffen door een virus. Toen heeft met vanuit Japan de huidige soort, de Japanse oester (crassostrea gigas), geintroduceerd die makkelijker te kweken is. Met de platte vaartuigen, plates genaamd, varen de vissers nog altijd tijdens eb naar de oesterbedden om de oesters die de leeftijd van vier jaar bereikt hebben te oogsten. In 1990 was de oester opbrengst niet minder dan 55.000 ton.
Het kasteel van Oléron op de zuidwestelijke punt van het eiland werd beschouwd als één van de belangrijke strategische Plaatsen voor de verdediging van het nauw van Antioche. Het oudste gedeelte van het kasteel dat langs de kust staat komt uit 1630 en is gebouwd door Pierre d’ Argencourt. De Citadel werd op de ruïnes van het middeleeuws kasteel gebouwd dat in 1621 was afgebroken. Vanaf 1673 echter heeft de ridder van Clairville dit oude kasteel uitgebreid naar een ontwerp van Vauban. Het kasteel bestaat sindsdien uit twee delen; de citadel voor militaire doeleinden en de stad binnen de muren als onderkomen voor de bevolking. Ten tijde van de Franse revolutie is het kasteel gebruikt als gevangenis. Pas in 1939 vertrok de laatste soldaat uit het kasteel. Hoewel er tijdens de tweede wereldoorlog dus geen militairen meer in het kasteel gelegerd waren is het tijdens bombardementen behoorlijk beschadigd geraakt.
De hoofdstad van het eiland, Saint Pierre, was in de vorige eeuw vanwege de centrale ligging en de geringe afstand tot de havens van La Cotinière en Boyardville het centrum van de handel in zout en brandewijn.
Als u in de periode van april tot en met september op het eiland bent neem dan een kijkje bij de verschillende kunstenaars, schilders, aardewerkers, fotograven en sieradenmakers die in 15 traditionele oesterhuisjes omgebouwd tot artiestenateliers werken en exposeren.