Plaatsen > Angers

Angers ligt in het departement Maine-et-Loire.

Angers was ooit hoofdstad van het graafschap Anjou, maar is tegenwoordig de hoofdstad van het departement Maine-et-Loire. De bisschopsstad en universiteitsstad ligt halverwege Tours en Nantes en de grensoverschrijdende rivier de Maine, 8km boven zijn kruising met de Loire.

Het delven van Leisteen is een oude industrie die in deze omgeving gevestigd is. Andere belangrijke industrieën zijn textiel en de fabricage van elektrische apparaten en toestellen.

In de Gallo-Romeinse tijd was Angers het centrum van een gebied bewoond door de Andecavi, en na de Romeinse verovering is op dit punt een fort gebouwd boven de rivier. In de negende eeuw werd de stad door de Normandiërs bezet, maar die werden verdreven door Karel de Kale. Met de opkomst van Foulques dynastie, die rond het jaar 950 graven van Anjou werden, bloeide de stad, samen met de rest van de Anjou, op. Vooral in de tijd van Foulques Nerra (987-1030) werden veel verdedigingswerken en religieuze gebouwen gebouwd.

George V (1129 – 1151) was de eerste van de lijn met de naam Plantagenet, en zijn zoon was de eerste Plantagenet koning van Engeland onder de naam Henry II. In de 12e eeuw werd Anjou een Engels bezit. Karel van Anjou kreeg de troon van Napels en Sicilië van de paus, maar zijn ambitieuze politieke plannen werden ruw verstoord door de Siciliaanse Vespers (1282), toen 6000 Fransen werden gedood door de Sicilianen.

De bekendste inwoner in de geschiedenis van Angers is Graaf René I, “le bon Roi Rene.” Als heerser is hij mislukt (Hij verloor onder andere het laatst overgebleven stuk  Italiaans grondgebied dat in handen was van Anjou), maar als mens was hij zeer gecultiveerd. Hij ontpopte zich als een beschermheer van de kunsten en liet op zijn kosten een groot cultureel centrum bouwen. Na zijn dood in 1481 werd Anjou doorgegeven aan de Franse kroon.

In 1940 worden de voorlopige regering van Polen is gevestigd in Angers.