Plaatsen > Aire-sur-la-Lys

Aire-sur-la-Lys werd rijk in de Middeleeuwen uit de handel over de rivier de Leie. Hoewel beschermd door het plaatselijke kasteel en de graaf van Artois, had de stad zwaar te lijden van de oorlogen en plagen in de 14e eeuw.

Aire-sur-la-Lys bloeide weer op in de 15e en 16e eeuw – een “gouden eeuw” onder buitenlands gezag. Als onderdeel van Vlaanderen werd Aire eerst bestuurd door de hertogen van Bourgondië, gevolgd door de Spanjaarden.

Na belegeringen in 1641 en 1676 kocht de Franse koning Louis XIV Aire en Saint-Omer weer terug voor Frankrijk. Nadat dit werd bevestigd in een verdrag in 1678, stelde Louis XIV zijn militaire ingenieur Vauban aan om de stad te versterken als onderdeel van een strategische lijn van forten die Frankrijk zouden beschermen als de nieuwe noordelijke grens. Rond de muren werden sluizen en vijvers aangelegd die met de rivieren verbonden konden worden, zodat de omgeving onder water kon worden gezet.

Het werk van Vauban kon niet voorkomen dat een coalitie van Nederlandse, Engelse en Duitse legers de stad heroverden in 1710, als onderdeel van de reeks van Franse Nederlagen in de Oorlog van de Spaanse troonopvolging. De belegering verwoeste een groot deel van de stad, met inbegrip van de oude kerk van St Pieter. De 12e-eeuwse kerk werd langzaam herbouwd volgens het oorspronkelijke ontwerp. De restauratie werd voltooid in de 19e eeuw door de Engelse architect Edward Scott. In de kerk staat een 17e-eeuws orgel, afkomstig uit de abdij van Clairmarais (in de moerassen in de buurt van Saint-Omer). Soms vinden er concerten plaats in het schip van de kerk.

Aire-sur-la-Lys is begin september de plaats van een jaarlijks tweedaags festival: het Andouille Festival. Het middelpunt van dit evenement is de beroemde worst, waarbij tonnen varkensvlees per jaar gegeten worden.